De kunsthandel, die dit jaar op enkele zeer geslaagde kleine tentoonstellingen kan terugzien, luidt thans het stille seizoen in. De kunstzaal Van Lier doet dat met een zomer-expositie, die eenige maanden geopend zal blijven en een zeer gelukkig gekozen collectie schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerk bevat onder den verzamelnaam “Naakt en Bloemen”. Het werk is van stijl en opvatting zeer uiteenloopend, maar het gehalte staat over het algemeen op even hoog niveau.
“Naakt en Bloemen”
De beeldhouwer John Rädecker zond hier eenige zijner wonderlijk fijne naakt-teekeningen en een zeldzaam gevoelig schilderij “Naakt tegen wolken”, volkomen onwezenlijk maar daarom niet minder sterk van uitdrukking. Van Johan Polet vindt men hier een paar prachtige bronzen, waaronder het “liggend naakt” in zijn uitmuntende losheid en soepelheid wel de voorkeur verdient. Jan van Herwijnen is vertegenwoordigd met enkele bloemstukken, waarvan de “Zinia’s” met verbijsterenden hartstocht geschilderd zijn. Meesterlijk is zijn groote teekening van een achteroverliggende naaktfiguur. Jan Sluyters heeft hier het grootste aantal inzendingen, waaronder het kranige bloemenstilleven en eenige naaktstudies speciale vermelding verdienen. De bloemen van Raoul Hynckes behooren tot de bekende stukken, die men met vreugde weerziet. Wim Schuhmacher en J. J. Voskuil zonden fijne teekeningen. Van Sanyu zijn er een paar zeldzaam speelsche fantasiën: een op 2 lange stengels grillig opbloeiende plant, een poesje dat tegen een stoel opklautert en een hoogst merkwaardig, bijna het abstracte naderend, stilleven. Een teekening van Foujita, de bekende kleurige “Gerbia’s” van Kisling en een groot staand naakt in teakhout van Chabot completeeren deze tentoonstelling.
Theo Beerendonk
Bij Aalderink exposeert een jong schilder, Theo Beerendonk, die de academie nog niet lang achter zich heeft en met volle energie naar geestelijke onafhankelijkheid streef. Het gaat hem nog niet altijd even gemakkelijk af, maar hij toont een onbetwistbaar talent en af en toe een geheel eigen kijk op de dingen. Dat vindt men het meest in zijn stillevens, waarbij hij de voorwerpen niet op een tafel, maar op den grond geplaatst heeft. De vlakafsluiting is daardoor moeilijker geworden en dan ook niet altijd geslaagd. Ook de stofuitdrukking laat soms nog te wenschen over, vooral waar de schilder een gedrapeerden lap wil weergeven. Maar enkele raak getroffen détails in een bloem of een pul of een schaal zijn overtuigend genoeg. Uitmuntende partijen vindt men ook in een groot opgezet naaktschilderij en in verschillende teekeningen, die van groote vaardigheid en ernst getuigen.
Ed. Gerdes
Bij Buffa & Zonen vindt men een verzameling werken van Ed. Gerdes. Het is overbodig hierover veel te zeggen. Het is alles met een verbluffend overbewustzijn geschilderd en geteekend, maar hopeloos hol en leeg. Het zelfportret (pastel), waar de schilder zich in wintersporttenue afbeeldt tegen een landschap in sneeuw, is typeerend voor de mentaliteit, die uit al deze doeken spreekt. Hier komt een kwasi-aristocratische levenshouding tot uiting, welke de uiterlijkheid van het geval ver boven den inhoud stelt. Men voelt dat ook in de kerk-intérieurs, die van een afschrikwekkende kilheid zijn.
Trouwens ook technisch valt hier veel aan te merken. De kerkramen werken bijvoorbeeld als decor-stukken. In werkelijkheid laten zij op het doek geen licht door.
Een verademing is in dezen kunsthandel de kleine verzameling grafische kunst van Paul Hermann (in vroeger jaren bekend onder den naam Henri Héran), die van een geweldige technische beheersching en veelzijdigheid getuigt. In den geest is dit werk nogal vooroorlogsch Duitsch. De symbolieke platen, nauwelijks begrijpbaar zonder commentaar, doen aan Klinger denken. Uitermate expressief zijn.